Oorsprong
Indiase muziek kent een ononderbroken ontwikkelingsperiode van tenminste 3000 jaar.
In de veda’s, de oudste religieuze geschriften van India, wordt al vanaf 1500 voor Christus een hoogontwikkelde muziektheorie beschreven.
De kennis wordt overgedragen van leraar op leerling, vaak binnen de familie. Dit noemt men guru-sisya-parampara, vergelijkbaar met de meester-gezel verhouding die de gildes in de middeleeuwen hanteerden.
Raga
De raga is een muzikale vorm die de kracht heeft mensen te ontroeren. Het brengt geluk en kleurt het gemoed.
Technisch gezien kunnen we raga uitleggen als het raamwerk waarbinnen een melodieuze ontwikkeling kan plaatsvinden. Elke raga heeft een eigen soort toonladder en verschillende regels waar men zich aan moet houden. De muzikant wordt uitgedaagd binnen deze vastgestelde kaders te improviseren.
Er zijn raga’s voor elk moment van de dag, zoals bijvoorbeeld de ochtendraga Bhairo, of de nachtraga Malkos.
Rasa
Dit zijn de sentimenten, de diepere gevoelens die een muzikant kan ervaren en overbrengen.
Tala
Ritme heeft in de Indiase muziek een cyclisch karakter.
Bijvoorbeeld: Rupak-tala: heeft een cyclus van 7 tellen, met een onderverdeling van 3-2-2.